Ciska Scheidel (46) is directeur Publieke Gezondheid bij het ministerie van VWS en leider van het corona-crisisteam. Haar uitdaging is niet verantwoord thuiswerken, maar deze crisisperiode zo goed mogelijk doorkomen met haar werkweken van ruim negentig uur.

Hoe blijf je fit?
Ik sportte altijd heel gedisciplineerd. Eens per week met een personal trainer en daarnaast bodyattack, een nogal intensieve groeps work-out. De personal training is komen te vervallen, maar ik heb de bodyattack-lessen via zoom nog geen zaterdag gemist. Omdat ik nu minder sport, probeer ik wat meer te wandelen, al is het soms maar tien minuten. Als ik op zondag mijn boodschappen doe, loop ik heel bewust met een omweg naar de supermarkt. Dat deed ik eerst nooit, want eigenlijk heb ik een hekel aan lopen. Gek genoeg neem ik op het ministerie nu juist minder vaak de trap. Met de trap ben ik waarschijnlijk net zo snel als met de lift, maar nu kom ik tenminste niet buiten adem bij een vergadering met de minister aan. En misschien wil ik gewoon even dat momentje van rust in de lift hebben. Met werkdagen van zestien uur is er weinig tijd om te ontspannen.

Wat doet het fysiek met je?
Sporten is essentieel. Je krijgt er energie van en het helpt de zogenoemde coronakilootjes tegen te gaan. Ik mis de krachttraining met mijn personal trainer wel. Bij zo’n crisis krijg je ook andere eetgewoonten, je snoept soms wat meer. Daar kun je je heel schuldig over voelen, maar dat moet je juist even niet doen. Op het ministerie wordt goed voor ons gezorgd. Er is tussen de middag en ’s avonds eten. Misschien iets minder gezond dan ik thuis zou maken, maar zeer welkom. In het begin vergat ik nog weleens te ontbijten, maar dan begon mijn maag rond het middaguur te protesteren. Regelmatig eten is belangrijk om dit vol te houden. Ik ontbijt nu net als altijd weer met kwark, muesli en fruit, momenteel mijn beste maaltijd van de dag.

Helpt dit ook om je hoofd leeg te maken?
Fit blijven is niet alleen bewegen, maar ook heel goed naar jezelf luisteren en van je afpraten. Belangrijk bij een crisis is dat je het meteen bespreekt als er iets aan de hand is, met de mensen om je heen of juist iemand daarbuiten. Ik heb in het begin twee keer met mijn coach gesproken om te kijken of ik het allemaal wel goed aanpakte. Je moet tijd vrijmaken om af en toe even de temperatuur op te nemen. En toch ook proberen je ontspanning te pakken om de stemming erin te houden. Gisteren had ik het bijvoorbeeld echt even gehad en toen ben ik een film gaan kijken, mijn eerste in drie maanden. Wat je bij een crisis merkt, is dat de een er wel voor geschapen is en de ander wat minder. Ik heb al wat meer crises meegemaakt, dus ik weet dat ik er wel redelijk mee overweg kan. Ik doe het nu al vier maanden zo, want op de afdeling infectieziektebestrijding begon de crisis al wat eerder dan half maart. Ik verwacht dat mijn werktijden na de zomervakantie weer een beetje normale proporties aannemen.

Heb je nog een tip voor ondernemers?
Probeer dingen los te laten. Vooral voor mensen die door deze crisis in geldproblemen komen, is dat makkelijker gezegd dan gedaan, maar je zorgen maken veroorzaakt stress, waardoor je weer minder helder naar zaken kijkt. Wat ik het mooie vind aan een crisis, is dat je in een korte periode iets leert. Dingen waarvoor je normaal misschien twee of drie jaar nodig hebt, leer je in crisistijd in een half jaar of zelfs een paar maanden. Ik heb in deze crisis geleerd alle andere onderwerpen waar ik met ongelooflijk veel inzet en passie mee bezig was, los te laten. Dat lukte me in vorige crisissituaties niet goed, maar dit keer ging het me makkelijk af. Belangrijk is ook dat je blijft lachen, af en toe en grapje tussendoor. Laatst zei iemand tegen mij: ‘Je bent nog gewoon aan het lachen.’ Ja, wat moet ik dan doen al die maanden?