Heidi Boussen (49) is directeur Gezond & Veilig Werken bij het ministerie van SZW. Sinds de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus ingingen, is ze nog maar twee keer even op kantoor geweest. “In het begin miste ik thuis echt de break die je normaal had, omdat je naar huis ging. Daardoor had ik de neiging om maar door te werken.”
Hoe blijf je fit?
Waar ik voorheen zo’n zeven kilometer naar mijn werk in Den Haag fietste, wandel ik nu ’s avonds een uur tot anderhalf uur. Meestal meteen als ik aan het einde van de middag mijn computer heb uitgezet en anders later op de avond rond zonsondergang. De ene keer met mijn man, de andere keer alleen.
Ik woon in een huis met veel trappen en ik ben er nu veel bewuster mee bezig om die vaker op en af te lopen. Vanaf mijn werkplek op de benedenverdieping loop ik regelmatig naar mijn man die boven zit te werken om hem koffie te brengen of gewoon even te checken hoe het met hem gaat. Door dat meerdere malen per dag te doen, kom je in huis ook aan je beweging. Op kantoor zou ik eerder de lift hebben genomen dan de trap. Die heb ik hier natuurlijk niet, maar ik ben er bewuster mee bezig om even van mijn plek af te komen.
Wat doet het fysiek met je?
Ik word lichamelijk en mentaal heel rustig van het wandelen. Vroeger liep ik veel hard, maar dat kan niet meer door een hernia. Wandelen is een goed alternatief. Ik was nooit zo’n wandelfreak. Ik vond het maar langzaam gaan. Ik merk nu: hoe meer ik wandel, hoe leuker ik het vind. Door dat langzame zie je veel meer en er vallen me opeens allerlei dingen op. Ik heb ook het geluk dat ik op tien minuten van het strand en de duinen woon. Ik wandel in een prachtig, rustig duingebied, waar Schotse hooglanders lopen. Iedere keer denk ik weer: wauw, wat is dit uitzicht mooi. Ik maak regelmatig foto’s. Ik heb het nodig om elke dag te wandelen. Misschien werkt het zoals met hardlopen: op een gegeven moment vraagt je lichaam erom. Het is ook belangrijk dat je het goede voorbeeld geeft als leidinggevende. Zo vind ik het supergoed dat onze staatssecretaris Tamara van Ark aangaf dat ze in het begin moeite had in om beweging te blijven tijdens een werkdag. Ze heeft nu haar weg gevonden met wandelen tijdens het bellen. Dat stimuleert ons ook weer om daar bewust mee bezig te zijn.
Helpt dit ook om je hoofd leeg te maken?
De buitenlucht, het niet in je hoofd zitten, even niet met je telefoon, i-Pad en laptop bezig zijn, maar gewoon om je heen kijken. Na een kwartier ben ik helemaal los van de werkdag en dat is heel fijn. Maar mijn hoofd leegmaken doe ik ook met andere dingen dan fysiek bezig zijn. Zo drink ik elke vrijdagvond met vriendinnen uit Zeeuws-Vlaanderen een borrel via zoom. Dat doen we heel trouw veertig minuten. En dat is precies goed, want anders zou het helemaal uit de hand lopen en dat moet je ook niet hebben. Op kantoor gingen sommige collega’s tafelvoetballen tijdens een break. Anderen wilden puzzelen, dus we hadden altijd een grote legpuzzel liggen. Thuis heb ik, net als een aantal collega’s, nu ook periodes dat ik veel aan het puzzelen ben. Daar sturen we elkaar weleens foto’s van. Volgens mij is het inmiddels een nationale sport geworden. Fysieke en mentale fitheid gaan hand in hand, maar sommige mensen hebben voor mentale fitheid ook andere dingen nodig.
Heb je nog tips voor andere ondernemers?
Geef je medewerkers mee dat we allemaal even een break nodig hebben tijdens het werk. Mensen voelen zich vaak een beetje schuldig als ze naar buiten gaan, maar ik denk aan het duurzame effect. Als je het niet doet, hebben we straks allemaal uitgeputte mensen met heel veel fysieke klachten en dat willen we niet. Pak die break en maak je niet druk of je wel hard genoeg werkt. Maak je eerder zorgen of je wel genoeg rust neemt. En om te voorkomen dat we straks allemaal rug- of nekklachten hebben, is het van belang dat werkgevers investeren in goede werkplekken thuis, die voldoen aan de arbo-eisen. Het is een investering die loont, want denk niet dat deze situatie snel weer voorbij is en dat we dan weer zonder meer teruggaan naar het oude. Dit kan wel eens langer het ‘nieuwe normaal’ zijn.
